-
1 uit zijn slof schieten
uit zijn slof schieten〈 kwaad worden〉 hit the roof; 〈extra veel zeggen/doen/uitgeven〉 go to town; 〈 te veel zeggen〉 let one's tongue run away with oneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit zijn slof schieten
-
2 roof
n. dak--------v. van een dak voorzienroof1[ roe:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:roof of the mouth • gehemelte, verhemelte〈 informeel〉 go through/hit the roof • ontploffen, woedend worden; uit zijn slof schieten; de pan uit rijzen, omhoogschieten 〈 van prijzen〉→ hot hot/————————roof2〈 werkwoord〉 -
3 go through/hit the roof
go through/hit the roofontploffen, woedend worden; uit zijn slof schieten; de pan uit rijzen, omhoogschieten 〈 van prijzen〉 -
4 prowl
n. het rondsluipen--------v. jagen; rondsluipen, snuffelenprowl1[ praul] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 jacht ⇒ roof(tocht), het rondsluipen♦voorbeelden:1 since his wife left him he's on the prowl again • sinds zijn vrouw bij hem weg is, is hij weer op zoek————————prowl22 lopen loeren ⇒ rondsluipen/snuffelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rondhangen/rondneuzen in ⇒ onveilig maken -
5 slof
2 [pak met pakjes sigaretten] carton4 [trage voortgang] shuffle♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 zij kan het op haar sloffen af • she has plenty of time to do it 〈 alle tijd〉; she can do it with one hand tied behind her back 〈 het is gemakkelijk voor haar〉〈 figuurlijk〉 ze haalde het op haar sloffen • she sailed/breezed through it¶ uit zijn slof schieten • 〈 kwaad worden〉 hit the roof; 〈extra veel zeggen/doen/uitgeven〉 go to town; 〈 te veel zeggen〉 let one's tongue run away with one -
6 dak
1 roof♦voorbeelden:een gewelfd dak • a vaulted roofeen plat dak • a flat roofeen schuin/aflopend dak • a pitched/sloping roofeen dak boven het hoofd hebben • have a roof over one's headonder dak komen • find accommodation/shelterhij is onder dak • 〈 letterlijk〉 he has found shelter; 〈 figuurlijk〉 he is settled/set up (for life)onder één dak wonen • live under one/the same roof, live in the same houseiemand tijdelijk onder dak brengen • find temporary accommodation for someonetoeristen onder dak brengen • find accommodation for/house touristsiemand/iets op zijn dak schuiven • lay/put the blame on someoneiemand op zijn dak vallen • descend on someonehet viel me koud op mijn dak • I was quite unprepared for it, it gave me quite a turn/startiemand de politie op zijn dak sturen • put the police on to someonehij kreeg (daarvoor) de politie op zijn dak • he got the police down on him〈 figuurlijk〉 iets van de daken verkondigen/schreeuwen • shout/proclaim something from the housetops/rooftopshet gaat van een leien dakje • it's plain sailing (all the way), it's as easy as falling off a log, it's a piece of cakega nu maar gauw op het dak zitten • you must be kidding!, tell it to the marines!¶ uit je dak gaan • go crazy/out of one's mind -
7 serve
n. opdienen (met tennis)--------v. bedienen; dienen; opscheppen; serveren; uitzitten (straf etc.); bevruchtenserve1[ sə:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————serve2♦voorbeelden:→ serve on serve on/3 dienen ⇒ dienst doen, helpen, baten♦voorbeelden:serve as a clerk • werken als kantoorbediendehe served in North Africa • hij heeft in Noord-Afrika gediendserve at table • bedienen, opdienen£50 serves him for a week • aan vijftig pond heeft hij een week genoegit will serve • daarmee lukt het welas occasion serves • al naar gelang de gelegenheid zich voordoetare you being served? • wordt u al geholpen?the sky serve him for a roof • de hemel diende hem als dak1 dienen ⇒ voorzien in/van, volstaan, vervullen3 ondergaan ⇒ vervullen, (uit)zitten♦voorbeelden:serve the purpose of • dienst doen alsbuses serve the suburbs • de voorsteden zijn per bus bereikbaarthis recipe will serve four people • dit recept is genoeg voor vier personenthe house is served with water • het huis is aangesloten op de waterleiding2 that serves him right! • dat is zijn verdiende loon!, net goed!he served me shamefully • hij heeft me schandelijk behandeld
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский